Een tijdje terug plaatste ik een recept voor een rode pesto op basis van zongedroogde tomaten. Maar de originele pesto is natuurlijk een groene pesto gemaakt met basilicum, pijnboompitten, knoflook en Parmezaanse kaas. Een traditionele pesto maak je eigenlijk door de basilicum in een vijzel te ‘kneuzen’. Een vijzel heb ik niet en bovendien is dit klusje met een keukenmachine veel makkelijker en sneller.

Ingrediënten (voor een potje pesto)

• twee bosjes basilicum (ongeveer drie handjes vol)
• 2 teentjes knoflook, gepeld
• 30 gram pijnboompitten
• 30 gram Parmezaanse kaas
• olijfolie
• peper en zout

Rooster de pijnboompitten in een droge koekenpan goudbruin. Was de basilicum en haal de blaadjes van de stelen. We gebruiken alleen de blaadjes. Doe de basilicum in de keukenmachine (of in een bakje waar je dan een staafmixer in gebruikt) en voeg de knoflooktenen, pijnboompitten en kaas toe. Mix dit even goed door elkaar. Voeg vervolgens beetje bij beetje de olijfolie toe. Net zolang tot de pesto mooi smeuïg is, maar niet helemaal fijn gedraaid. Het moet geen gladde saus worden. Als de pesto klaar is breng je hem op smaak met een beetje peper en zout.

Lekker met een stukje brood of in een pastasalade. Als je de pesto onder een laagje olijfolie in de koelkast bewaard, blijft hij zeker een paar dagen tot een week goed.