Nog even snel iets lekkers maken voor de paasdagen? Een monchoutaart doet het altijd goed op verjaardagen of feestjes. Het is alleen wel een enorm machtige taart door de monchou. En omdat ik de taart altijd graag wat hoger maak, heb ik dan nogal wat monchou nodig. Nu verving ik een deel van de monchou door magere kwark. Ik was nog een beetje bang dat de taart hierdoor te zuur zou worden, maar de smaak is eigenlijk bijna hetzelfde. De taart is heel iets lichter en frisser van smaak, een aanrader!

Ingrediënten

• 1,5 pak bastognekoeken
• 100 gram roomboter
• 250 milliliter slagroom
• 100 gram suiker
• 200 gram monchou (2 pakjes)
• 500 gram magere kwark
• 1 blik vlaaivulling kers
• 5 blaadjes gelatine

Vet een springvorm in met een beetje boter. Verkruimel de koek in een keukenmachine. Je kunt de koeken ook verkruimelen door ze in een theedoek te wikkelen en met een deegroller fijn te slaan. Smelt de boter in een steelpan en meng dit vervolgens met de koekkruimels. Doe dit in de springvorm en druk het deeg goed aan met de bolle kant van een lepel. Vervolgens zet je de springvorm in de koelkast om op te stijven.

Laat de gelatineblaadjes 5 minuten weken in koud water.

Klop ondertussen de slagroom met 50 gram suiker lobbig. Roer de monchou goed los, zodat er geen klontjes ontstaan. Meng dit vervolgens met de slagroom, kwark en de rest van de suiker. Eventueel nog even kort mixen als er toch nog klontjes in zitten.

Knijp de blaadjes gelatine goed uit en meng dit in een kom met een heel klein scheutje kokend water tot een egaal papje. Dit meng je vervolgens met het monchoumengsel. Giet dit in de springvorm en laat de taart minimaal 2 uur opstijven in de koelkast. Voor het serveren garneer je de monchoutaart met de kersenvulling.